Heerlijke zoetfrisse cakejes met een Italiaanse smaak
Leg 1 sinaasappel in een steelpan in koud water en breng het aan de kook. De sinaasappel moet helemaal onder water staan. Laat hem 1 uur zacht koken met een deksel er schuin op.
Giet het water eruit, laat de sinaasappel afkoelen en snijd hem in vieren. Verwijder de pitjes en pureer met schil en al in een keukenmachine.
Verwarm de oven op 170 graden.
Klop met de mixer de eieren met 120 gram suiker tot hij lekker dik is. Spatel de gemalen amandelen, het bakpoeder en de ricotta erdoor. Spatel de sinaasappelpuree er luchtig door. Vul de vormpjes tot even onder de rand met beslag. Bak de cakejes 25 tot 30 minuten tot ze goudbruin en mooi uitgerezen zijn.
Pers een sinaasappel uit. Verwarm het sap met de rest van de suiker in een pannetje op laag vuur en roer tot de suiker is opgelost. Laat de sinaasappelsiroop 2 tot 3 minuten licht inkoken.
Prik met een satéstokje een paar gaatjes in elk cakeje en schenk de siroop erover. Laat de siroop opnemen en afkoelen.
Neem de cakejes uit de vormpjes en plaats ze op een schaal. Schil de laatste sinaasappel rondom dik schoon en snijd de partjes met een scherp mesje tussen de vliesjes uit. Leg op elk cakeje een sinaasappelpartje en bestrooi met de pistachenootjes.